Wednesday, August 18, 2010

Algemene Informatie - Geografie

Padang is gelegen in het centrale gedeelte van West Sumatra; uitgestrekt van de voet van het Bukit Barisan gebergte tot de Indiase Oceaan met een totale oppervlakte van 694,96 vierkante kilometer. Er stromen twee rivieren door de stad die monden in de zee en er zijn 19 eilanden. Het weer is warm; de temperaturen variëren tussen 23 en 32 graden overdag, en 22 tot 28 graden ’s nachts. De gemiddelde neerslag is 405,88 mm per maand.
Padang grenst aan Pesisir Selatan Prefectuur in het zuiden, Padang Pariaman Prefectuur in het noorden, Solok Prefectuur in het oosten en de Indiase Oceaan in het westen.

Algemene Informatie - Bevolking en Taal

Padang heeft ongeveer 1 miljoen inwoners en is de grootste stad aan de westkust van het eiland Sumatra. De meerderheid van de bevolking is Minangkabau met een matrilineair systeem en ze zijn toegewijde moslims.
De Minangkabau communiceren met het Minang dialect. Dit dialect onderscheidt vier categorieën: een taal voor mensen van dezelfde leeftijd, een taal voor jonge kinderen, een taal voor ouderen en een taal voor broer en zus.
Bahasa Indonesia wordt formeel gebruikt in scholen en kantoren. Engels wordt alleen gebruikt tijdens internationale evenementen of tijdens afspraken met buitenlanders.

Geschiedenis van de Stad Padang

Padang betekent ‘massief land’. Volgens de geschiedenis was er een koningrijk geregeerd door Adityawarman tijdens de 14e eeuw (1340-1375) in het land van Minangkabau. In die tijd was Padang een vissersdorp genaamd Kampung Batung en was onder de autoriteit van acht clanleiders met een dorp administratie systeem. Aan de westkust van de Minangkabau waren gebieden zoals Tiku, Pariaman, Indrapura de eersten die drukke zeehavens werden. In die tijd werd Padang als een nieuwe kustregio bezocht door handelaars van andere gebieden die onderweg waren naar Aceh. Tegelijkertijd kwamen Acehers naar Padang.
Een eeuw later begon de glorie van het Aceh rijk af te nemen; de gebieden die het domineerde kregen hun vrijheid terug. Met het verstrijken van de tijd vestigde de Nederlandse handelsmaatschappij VOC (Verenigde Oost-Indische Companie) zich in Minangkabau en andere delen van Indonesië en begon handel te drijven in deze regio’s. Deze situatie creëerde spanning tussen de steden aan de westkust van het eiland Sumatra. De Nederlanders gebruikten deze situatie door Aceh te confronteren met zijn tegenstrijdige politieke systeem (devide et impera). De VOC gebruikte Padang als het centrum voor handel en administratie. De Batang Arau rivier werd ontwikkeld tot zeehaven. Met de permissie van een bekende Penghulu (clanleider) genaamd Rang Kayo Kaciak, bouwde de VOC de eerste grote loji (een groot waarhuis) in 1667. Dit was het begin van Padang’s groei tot een stad. Grote waarhuizen werden gebouwd om goederen op te slaan. Murara haven werd een drukbezochte haven. Gebieden langs de rivier groeiden tot grote nederzettingen. Vanaf deze plekken regelde de Sumatraanse regering de administratie.
De snelle groei in Nederlandse handel werd gevolgd door een toename van de Nederlandse politieke macht. Dit leidde tot onvrede onder de lokale bevolking. Op 7 Augustus 1669 vielen de bevolking van Pauh en Koto Tangah de Nederlanders aan. Zij veroverden de waarhuizen in Muara Padang. Er vielen enkele Nederlandse slachtoffers tijdens deze aanval. Deze gebeurtenis werd de viering van Padang. Later wisten de Nederlanders Muara weer onder eigen gezag te krijgen, ook al was dit niet gemakkelijk. Padang werd drukker en drukker en groeide tot in het noordelijk deel door de vestiging van een nieuwe haven, Teluk Bayur, de Indarung cementfabriek en een spoornetwerk naar de koolmijnstad Sawahlunto.
Op 31 December 1799 werd de VOC opgeheven en alle macht werd overgenomen door de koloniale administratie. De resident (gouverneur) nam zijn zetel in Padang. Nederlandse kolonisatie in Padang heeft enkele koloniale gebouwen achtergelaten in en rondom Muara, terwijl de aanwezigheid van de Acehers een unieke cultuur creëerde waardoor de traditionele huizen lijken op de traditionele huizen van de Acehers, genaamd Rumah Gadang Serambi Aceh. Andere invloeden kunnen worden geobserveerd in bruiloftkleding en traditionele bijnamen; Marah en Sutan, die niet bekend zijn in Minangkabau cultuur. Veel Minangkabau migreerde naar Padang; de Minangkabau etnische normen en waarden domineren de stad nog steeds.
Vandaag de dag is Padang een grote stad met vele traditionele daken in de vorm van Buffalo hoorns op sommige kantoorgebouwen. Padang is ook een belangrijke toeristenplaats in West Sumatra. Ondanks Padang’s hectische atmosfeer, is het één van de meest georganiseerde, veilige en schone steden in Indonesië.

Minangkabau

De etnische groep Minangkabau behoort tot de Deutro Malay (Austronazië), die van oorsprong uit zuidoost Azië komen. De laatste arriveerden tijdens de bronzen eeuw, rond 500 na Christus. De hooglanden rondom de Merapi en Singgalang bergen waren de oorspronkelijke gebieden van de etnische Minangkabau groep. Deze gebieden worden ook wel “Luhak Nan Tigo” (Drie Traditionele Districten) genoemd. Vanaf deze locatie hebben ze zich verder naar het oosten en westen (Pesisir), ook bekend als Rantau, gespreid. Deze kustmigratie gebieden waren de gebieden waar de Minangkabau zich tijdelijk vestigden voor kostwinning. De populairste kustmigratie gebieden zijn Solok, Jambi, Riau, Pariaman, Padang, Pesisir Selatan en Negeri Sembilan in Maleisië. De Minangkabau erfgoedlijn is gebaseerd op een matrilineair systeem waar iemand tot zijn/haar moeders clan (suku) behoord. De vader wordt door de vrouw en kinderen gezien als een buitenstaander.
Vrouwen spelen dus een belangrijke rol in de clan. Zij bezitten de rijkdommen en zijn nobel volgens de gewoonten. De kleinste eenheid van de gemeenschap wordt familie genoemd, bestaande uit grootmoeder, haar zonen en dochters en de kinderen van de dochters. Een groep zelfde families wordt een kaum of paruik (baarmoeder) genoemd. Een groep kaums vormen samen een kampung (dorp) en een groep kampung wordt een clan genoemd. Een clan is een homogene eenheid geleid door de clanleider (Penghulu Andiko). Clanleiders hebben de macht en zijn verantwoordelijk voor alles wat belangrijk is voor de clan en zijn leden.
Het gemeentelijke systeem van de Minangkabau is gebaseerd op twee ideologieën van normen, waarden en regels, genaamd Kelarasan. De Koto Piliang ideologie gevormd door Datuak Katemanggungan symboliseert ‘autocratie’; dat betekent dat alles wordt besloten door de topleider (Penghulu Pucuk). Penghulu Pucuk overlegd zaken eerst met de Penghulu Suku (clanleiders). Als men tot een overeenstemming is gekomen dan wordt deze uitgevoerd door de nichten, neven en kinderen. Deze praktijk wordt ook wel “Bajanjang Naik, Batanggo Turun” genoemd. Aan de andere kant is er de meer democratische Body Chaniago ideologie gevormd door Datuk Perpatih Nan Sabatang. Alle zaken worden bepaald door de kinderen en nichten/neven na een gezamenlijke discussie. Elk gemeenschapslid heeft gelijke rechten in het bediscussiëren van zaken.
Rumah Gadang (groot traditioneel huis) in Minangkabau functioneert als woonruimten, een plaats om vreugde of zorgen te delen met andere leden van de clan en als ontmoetingsplaats om problemen van de clan op te lossen. Het wordt ook gebruikt als locatie voor bruiloften etc. De filosofie van de Minangkabau luidt “Alam Takambang Jadi Guru”(laat de natuur je onderwijzer zijn); iedereen zou moeten leren van de natuur.
Minangkabau communiceren in Bahasa Minang (Minang dialect), een van oorsprong Maleise taal. De meerderheid van de mensen hangt de islamitische religie aan. De Minangkabau samenleving omarmt de Islam stevig en is loyaal aan de gewoonten. Dit wordt gereflecteerd in het gezegde “Adat Basandi Syarak, Syarak Basandi Kitabullah”, wat bekent dat Adat is gebaseerd op religie en het laatste op de heilige Koran. Deze diep gevestigde beginselen zijn opgenomen in de samenleving en de fysieke verschijningen, bijv. alle dorpen moeten een moskee, een ontmoetingsplaats, een openbaar bad etc. hebben. Minangkabau zijn gewend om hun hart (hati) en verstand (ratio) te gebruiken in relaties en staan ook open voor veranderingen; de balans tussen het leven en na het leven.

Adityawarman Museum

Een belangrijk etnografisch museum in West Sumatra. Het museum is gevestigd in een groot traditioneel Minangkabau huis met een groot park met mooie en schaduwrijke bomen. Het is gelegen aan de andere zijde van Taman Budaya (cultuurpark) en voor het INNA Hotel Muara.
Dit museum herbergt Minangkabau en Mentawai culturele items zoals kleding, voedselwaar, kunst en kunstnijverheid, oude transportmiddelen, munten die ooit gebruikt werden, replica’s van verscheidene historische plekken en schriftelijke stenen op display. Buffalo- en paardenkarren, en ook vliegtuigen uit de tweedewereldoorlog decoreren het park. Het museum is dagelijks geopend van 08:00 tot 16:00, behalve op maandagen.

Ganting Grote Moskee

Deze oude moskee is gelegen aan Ganting, gebouwd in 1815 door drie religieuze moslimleiders; Angku Gapuak (een handelaar van Pasar Gadang), Angku Syech Haji Uma (een clanleider), en Angku Syech Kapalo Koto (een gerespecteerde prediker).
De moskee was klaar in 1819. In 1900 werd de moskee herbouwd met de materialen die gebracht waren vanuit Nederland. De ambachtslieden waren afkomstig uit Pasaman, Batu Sangkar, Padang Ganting, Lima Kaum, Muara Labuah, Pesisir Selatan, en Ampek Angkek Canduang. De preekstoel werd gemaakt door een islamitische Chinese ambachtsman. Er zijn 25 pilaren in de moskee die de 25 profeten waar moslims in geloven symboliseren. De eerste president, Soekarno, heeft gebeden in deze moskee tijdens zijn bezoek aan Padang en verbleef zelfs in Marah Alamsyah’s Huis achter de moskee.

Padang Oude Centrum

Dit is het oude gedeelte van de stad bestaande uit koloniale Nederlandse gebouwen langs de Batang Arau rivier. De haven langs de rivier was tijdens de 19e eeuw een erg belangrijke zeehaven. Aan de andere kant van de rivier is de Padang heuvel, de eerste nederzetting voordat Padang zich ontwikkelde tot een stad. Het kan worden bereikt door de Siti Nurbaya brug over te steken.
Verder naar het oosten is Pasar Batipuh en Pasar Gadang, vroeger waren het grote markten. Nu worden de meeste gebouwen gebruikt als waarhuizen voor kruiden en andere goederen. Hier kan men de geur van verse kruiden ruiken. Verder naar het westen is Chinatown met Pondok als hoofdstraat, ook een oud gedeelte van de stad. Hier kan men een oude Boeddhistische tempel met Chinese architectuur zien, nog steeds in gebruik en meer dan 200 jaar oud.